Tijdens de bevalling maakt je lichaam zelf natuurlijke pijnstillers aan: endorfinen. Deze hormonen zorgen ervoor dat je de pijn beter kunt verdragen en geven je kracht om door te gaan.
Hoe voelt dat nou?
Weeën komen in golven: ze bouwen langzaam op, worden krachtiger en zakken daarna weer af. Tussen de weeën door is er steeds een moment van rust. Naarmate de bevalling vordert, worden ze sterker en volgen ze elkaar sneller op. Als je baarmoedermond helemaal open is (volledige ontsluiting of 10 cm) komen de persweeën; veel druk en intense drang om te persen. Je bent weer een stap dichter bij waar je wilt zijn: de geboorte van je kindje. Zodra je kindje geboren is, verdwijnen de heftige weeën en daarmee ook de scherpe pijn. Soms voel je nog lichte krampen bij het loslaten van de placenta of de dagen erna wat naweeën.
Pijn is persoonlijk
De ene vrouw ervaart de pijn als goed te doen, de ander vindt het nauwelijks uit te houden. Vaak hangt dit samen met de plek waar je de weeën voelt. Meestal voel je ze voorin de buik, maar ze kunnen ook in je rug of benen zitten. Waar je het ook voelt: jouw ervaring is altijd echt en mag er zijn.
Wat kun je zelf doen?
- Afleiding zoeken: lezen, tv kijken of muziek luisteren helpt, zeker in het begin.
- Houdingen wisselen: staand, wiegend, op handen en knieën of liggend op je zij met een kussen.
- Warmte gebruiken: een douche, bad of warme kruik kan ontspannend werken.
- Rustig ademhalen: focus op je ademhaling, dat helpt om de pijn minder heftig te voelen.
- Massage of druk: sommige vrouwen vinden het prettig als hun rug of benen gemasseerd worden, anderen juist niet. Geef dit duidelijk aan.
- Positief blijven: accepteer de weeën, vecht er niet tegen. Elke golf brengt je dichter bij je kindje.